In het kader van 'De Trainer op 1' gaan we met Jeugdsportnet Zuiderkempen in de periode 2023-2026 op zoek naar manieren om trainers te rekruteren, de huidige trainers langer te behouden en het aantal exit-trainers te beperken. We geven onszelf de ruimte om het begrip 'trainer' zo breed mogelijk te bekijken. 

 

Ik herinner het mij nog goed. Zoals de meeste jongens die bij een sportclub waren in het dorp, was ik lid van de lokale voetbalclub. De meisjes waren aangesloten bij de turnkring. Veel alternatieven waren er niet in die jaren. De dag voor de training was ik blij dat ik de dag daarna zou kunnen gaan trainen. ik keek er echt naar uit en kon niet wachten om naar het voetbalveld te gaan. Gelukkig woonden we niet ver van de terreinen en mocht ik van mijn moeder er met de fiets naartoe rijden. Ik vertrok zo vroeg ik mocht. Dan konden we nog even spelen voordat de training begon. En plots hoorden we het fluitje van trainer Charlie. Dat betekende dat we zo snel moesten komen om te starten met de training. Benieuwd welke leuke oefening we vandaag zouden doen. Of welke nieuwe trukjes we zouden leren: de bal ingooien met 2 handen van achter het hoofd... én met 2 voeten op de grond blijven staan, want dat waren de regels. Of de bal stoppen op de borst, cool. We begonnen altijd met rondjes lopen. Trainer Charlie liep voorop, elke training opnieuw... en nooit vond ik dit vervelend, want het was alsof ik week na week sneller kon lopen... en trainer Charlie trager en trager... achteraf gezien logisch want trainer Charlie was niet meer van de jongsten... .
Op mijn 16de was ik bij de volleybalclub. Onze 1ste trainer was trainer Rudy. Hij woonde recht tegenover het volleybalterrein. Ik weet nog dat ik het leuk vond om een trainer te hebben omdat trainer Rudy in het begin van de training altijd mee 'sparde' (per 2 naar elkaar heen en weer spelen zoals bij de opwarming van een wedstrijd) en daardoor kon hij de bal zo spelen dat je altijd werd uitgedaagd om ook die moeilijke ballen tussendoor te pakken. Trainer Rudy was soms afwezig omdat hij moest werken, in Antwerpen, een hele afstand (mijn ouders waren altijd thuis want wij hadden een winkel, achteraf gezien een bijzonder groot geschenk om te weten dat je ouders altijd thuis zijn). Als trainer Rudy er niet was kwam zijn broer vervangen. Dat was ook wel leuk, maar niet hetzelfde want trainer Rudy kende ons het best van al en kon daarom de beste oefeningen geven en tips geven die het beste bij ons pasten en dit op het juiste moment.

Later werd ik zelf volleybaltrainer. Ongeveer 20 jaar heb ik dit gedaan. Zoals ik als kind aangevoeld had dat een trainer die er altijd is, een meerwaarde kan bieden, ben ik in al die jaren bijna altijd aanwezig geweest. Op elke training, op elke wedstrijd. En altijd deed ik een beetje meer dan nodig was, of wat verwacht werd. (Zo deden we tijdens de schoolvakanties extra trainingen) Als ik opnieuw zou moeten beginnen, zou ik het op dezelfde manier doen. Het beter maken van spelers en hen zien groeien, dat gaf mij altijd een zeer goed gevoel. ( Daarom vond ik het trouwens ook leuk om kinderen te leren zwemmen. Op x aantal lessen was het mogelijk om kinderen een zwembrevet te laten behalen. Dat ging sneller dan iemand leren volleyballen) Ik zag bij iedereen het potentieel. Ik droomde ervan dat elke speler zou kunnen schitteren voor zijn/haar ouders/vrienden. En dat we samen met het team wedstrijden zouden winnen. En als een ander team dan beter was, probeerden we in de terugronde van de competitie beter te doen, niet noodzakelijk willen winnen, maar wel met minder zware cijfers verliezen.
Een trainer dient het goede voorbeeld te geven, was mijn gedacht. In eerste instantie door altijd aanwezig te zijn, want door er te zijn ben je aan het volleyballen en door meer te volleyballen kan je beter worden. Hoe meer je oefent hoe meer kans je hebt om het beter te doen. Daarom kies ik er nu voor om dagelijks (toch 5 van de 7 dagen) te gaan zwemmen. En dat doe ik nu toch al meerdere jaren. Ook dit is elke dag leuk om te doen. Ik merk dat het beter worden in iets voor mijzelf een grote drijfveer is. En ik besef ook dat iedereen een eigen bedoeling heeft. En het is nu net deze bedoeling die interessant is om te kennen.

Anno 2023 gaat het er in de reguliere sportclub in vele gevallen anders aan toe. Trainers vertellen mij dat het voor hen bijna onmogelijk is om altijd aanwezig te zijn. Ze hebben meerdere verplichtingen en kunnen daardoor niet elke training geven of wedstrijd coachen. Zo is het vandaag. Dat is de realiteit. Ik hoor er geen spelers over klagen. Het is leuk om regelmatig een andere trainer te hebben. De spelers zelf zijn trouwens ook vaak afwezig, zij hebben een druk leven en hebben ook vele verplichtingen. Dit is het leven zoals het vandaag is. Wat ik ervan vind is niet van belang voor trainers en spelers of clubs.

Tijdens de sessie van motiverend coachen vorige week zondag vertelt Bert, de docent, over aanwezigheid als sleutel om betrokkenheid te creëren. En betrokkenheid is dan weer een onderdeel van een motiverend sportklimaat. Je kan als trainer betrokkenheid creëren door aanwezig te zijn en door er je verantwoordelijkheid voor op te nemen. Tijdens een opleiding voor kansrijke mensen om te leren omgaan met kansarme mensen in onze maatschappij, was één van de basisprincipes 'aanwezig zijn'. Door je aan de gemaakte afspraken te houden, en dus door aanwezig te zijn volgens de afspraken, leg je de basis om een vertrouwensvolle en veilige relatie tot stand te brengen. 
Een trainer/coach dient best duidelijk vooraf zijn/haar engagement aan te geven. Eénmaal dit duidelijk is, is het makkelijk om te weten wat je kan vragen/verwachten in verband met hun aanwezigheid. Ik herinner me nog dat ik in de periode 2016-2019 extra trainingen korfbal organiseerde voor spelers die hieraan wilden deelnemen. De enige vraag aan de trainers was om altijd aanwezig te zijn (minstens 15 minuten voor de start en 15 minuten na het einde van de training) én om elke keer de best mogelijke training te geven. Dit heeft 3 jaar goed gewerkt bij de trainers ook omdat vooraf open en duidelijk hierover werd gesproken. Het was dan ook niet zo moeilijk om trainers die zich niet aan de afspraak hielden te vragen om te stoppen als trainer binnen die context.
Volgens de zelfdeterminatietheorie betekent aanwezig zijn dat je als trainer/coach voldoende aanspreekbaar bent voor je spelers. Je kan als trainer/coach ook regelmatig hierover feedback aan de spelers vragen. Aanwezig zijn betekent ook dat je als trainer/coach je aandacht richt op je spelers. Je bent gefocust op de spelers en werkt zoveel mogelijk op-maat.

Aanwezig zijn heeft ook te maken met keuzes maken. Je kiest ervoor om aanwezig te zijn. En je kiest er niet voor om afwezig te zijn.
Aanwezig zijn heeft ook te maken met verantwoordelijk zijn. Je legt jezelf grenzen op en je doet je plicht.
Aanwezig zijn heeft ook te maken met discipline. Het is de beste weg naar persoonlijke vrijheid en onafhankelijkheid.
Aanwezig zijn heeft ook te maken met verwachtingen. Door hoge verwachtingen te koesteren laat je grootste dingen toe.
Aanwezig zijn heeft ook te maken met eerlijkheid. Door eerlijk te zijn met onszelf kunnen we ook eerlijk zijn naar anderen toe.

We kunnen stellen dat aanwezig zijn belangrijk is, en misschien niet altijd even eenvoudig.

Jan Cuypers (18/09/2023)